Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) hebben gemeenten de plicht om jaarlijks een paragraaf over het onderhoud van kapitaalgoederen op te nemen in hun begroting. Kapitaalgoederen zijn door de gemeente aangekochte of tot stand gebrachte objecten waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Deze paragraaf beschrijft de beleidskaders van de kapitaalgoederen en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties. De kapitaalgoederen bestaan uit de volgende onderdelen:
- Wegen;
- Openbare verlichting;
- Riolering;
- Water;
- Groen;
- Civiele kunstwerken;
- Beschoeiingen;
- Gemeentelijke gebouwen.
Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van cruciaal belang voor het functioneren van de gemeente op het terrein van vervoer, recreatie en huisvesting van de gemeentelijke diensten en instellingen. Goed onderhoud draagt daarnaast bij aan het behouden van de waarde van de kapitaalgoederen. Het onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen wordt bepaald aan de hand van de kwaliteit die de raad heeft vastgesteld. Op basis van dat kwaliteitsniveau worden beheerplannen gemaakt. Deze meerjaren onderhoudsplannen (MJOP) geven inzicht in de werkzaamheden en kosten die nodig zijn om de kapitaalgoederen op het vastgestelde onderhoudsniveau te houden.
In 2024 starten we met het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR), waarmee we meer samenhang en een betere afstemming tussen de verschillende assets creëren.