Volgens artikel 8 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is het verplicht om een bedrag voor onvoorziene uitgaven in de begroting op te nemen. Voor onvoorziene uitgaven neemt de gemeente jaarlijks een bedrag van € 45.000 op. Dit is conform het door de Gemeenteraad vastgestelde Financiële verordening art. 212.