Financiële begroting

Uiteenzetting financiële positie

Volgens artikel 20b van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is het verplicht een geprognosticeerde balans op te nemen in de begroting. Deze balans geeft inzicht in de ontwikkeling van investeringen (vaste activa), het verloop van de reserves en voorzieningen, en in de financieringsbehoefte.

Uit de geprognosticeerde balans moet het EMU-saldo (zie hierna) berekend kunnen worden. Het BBV schrijft voor het EMU-saldo te berekenen over het voorgaande begrotingsjaar, het begrotingsjaar en het jaar volgende op het begrotingsjaar. Daarom zijn deze jaren ook opgenomen in de geprognosticeerde balans. De balans voor de drie opvolgende begrotingsjaren is opgenomen bij het onderdeel Meerjarenraming.

(x € 1.000)

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

ACTIVA

Vaste Activa:

Immateriële vaste activa

746

744

742

Materiële vaste activa

70.377

77.204

76.638

Financiële vaste activa; kapitaalverstrekkingen

117

117

117

Financiële vaste activa; leningen

4.255

4.255

4.255

Totaal vaste activa

75.495

82.320

81.752

Vlottende activa:

Voorraden

-927

3.799

820

Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar

3.581

3.175

2.985

Liquide middelen

1.927

607

1.059

Overlopende activa

2.360

2.642

2.946

Totaal vlottende activa

6.941

10.223

7.810

Totaal ACTIVA

82.436

92.543

89.562

PASSIVA

Vaste passiva:

Eigen vermogen

41.428

40.760

40.822

Voorzieningen

14.799

13.306

12.647

Vaste schulden met een rentetypische looptijd > 1 jaar

11.864

20.540

18.716

Totaal vaste passiva

68.091

74.606

72.185

Vlottende passiva:

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar

8.126

9.382

8.984

Overlopende passiva

6.219

8.555

8.393

Totaal vlottende passiva

14.345

17.937

17.377

Totaal PASSIVA

82.436

92.543

89.562

Bij het samenstellen van de geprognosticeerde balans is ervan uitgegaan dat alle voorgenomen investeringen daadwerkelijk in zijn totaliteit in het betreffende jaar plaats vinden. In de praktijk vinden de uitgaven gefaseerd (vaak over meerdere jaren) plaats waardoor de financieringsbehoefte afneemt. Ook komt het voor dat projecten later starten dat gepland. Daarnaast is geen rekening gehouden met toekomstige jaarrekeningresultaten. Door hoge rekeningresultaten nemen eigen tegoeden toe waardoor investeringen met een relatief laag bedrag met eigen middelen betaald kunnen worden. Ook dan geld dat het aantrekken van geld kan worden uitgesteld.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 13:27:48 met de export van 11/07/2023 13:19:52